HET GELIJK VAN NICOLIEN

Een 'vrouwonvriendelijke' roman is Het Bureau niet. Wel schrijven de meeste recensenten heel onvriendelijk over Nicolien, de vrouw van hoofdpersoon Maarten Koning. En dat terwijl zij met een beetje goede wil kan worden gezien als de heldin van het epos...

Sylvester Hoogmoed (Raffia, april 2001)

"'Sluit jij iedere dag compromissen?' riep ze woedend. 'Omdat je moet!' riep hij terug. 'Omdat je niet bij alles kunt zeggen dat je het verdomt!' Hij stond met een ruk op, woedend, machteloos. 'Ga dan gauw mijn huis uit alsjeblieft!' riep ze. 'Compromissen sluiten! Wat doe je hier dan nog? Hoepel op!'"
Een herkenbaar tafereel voor alle Voskuil-fans. De zoveelste echtelijke ruzie tussen Maarten en Nicolien in Het Bureau. Nu deze zevendelige romancyclus eind vorig jaar is afgesloten, zit er voor de velen die verslaafd zijn geraakt aan hun jaarlijkse bundel(s) kantoorleed niets anders op dan af te kicken. Zware gevallen kunnen zich storten op de vele recensies en beschouwingen die de afgelopen jaren over het epos van J.J. Voskuil gepubliceerd zijn. Wie dat doet, moet het opvallen dat Nicolien, de vrouw van hoofdpersoon Maarten Koning, er over het algemeen slecht tot zeer slecht afkomt. Ze zou een hysterische inslag hebben, een labiele, botte, excentrieke, drammerige vrouw zijn. De Frankfurter Allgemeine Zeitung noemt haar een 'Ehedrache'. Maarten zit onder de plak bij Nicolien, volgens Elsbeth Etty in de NRC.

Mannenboek
Het Bureau is een mannenboek, er komen weinig vrouwen in voor. Het is een gedetailleerde beschrijving van dertig jaar kantoorleed, ondergaan door hoofdpersoon Maarten Koning. Deze accepteert in 1957 met tegenzin een baantje bij een wetenschappelijk instituut. Vervolgens blijft hij daar tegen heug en meug gedurende drie decennia werken. In deze periode hadden in Nederland relatief weinig vrouwen een baan, logisch dus dat in Het Bureau de mannen domineren. Toch is het geen vrouwonvriendelijke roman. Maarten neemt bijvoorbeeld duidelijk stelling tegen een collega die beweert dat vrouwen alleen geschikt zijn voor lichtere werkzaamheden. Een van de weinige huisvrienden van Maarten en Nicolien is een zeer intelligente vriendin. En Maarten is duidelijk zeer gesteld op zijn schoonmoeder. Deze heeft weliswaar geen goede opleiding, maar valt zeker niet onder de categorie 'domme mensen' waar hij regelmatig op afgeeft. Vrouwen fungeren in Het Bureau ook nauwelijks als 'lustobject', want Maarten is nogal preuts. Hij raakt al in verwarring wanneer hij een paar blote knieën ziet. Wel is een van de collega's die Maarten het meest verafschuwt een vrouw. Zij gedraagt zich bovendien heel stereotiep als een snibbige oude vrijster. Maar alle werknemers op het Bureau gedragen zich stereotiep, en slechts een enkeling ontsnapt aan Maartens misantropie. Alle personages in Het Bureau zijn karikaturen, dat is nu juist wat het boek zo hilarisch maakt. Het heeft af en toe veel weg van absurdistische programma's als Jiskefet. Dat de romancyclus zo'n hype is geworden kan waarschijnlijk vooral hieruit worden verklaard, afgezien van het feit dat de beschreven situaties vaak zo herkenbaar zijn. Iedereen kent mensen die lijken op de snibbige, luie, oppervlakkige, domme, ijdele, mierenneukende en/of contactgestoorde collega's van Maarten. Het is al vaker opgemerkt dat Het Bureau in die zin voor veel lezers een vergelijkbare functie heeft als soapseries op de televisie.

Tragiek
De omvangrijke roman van Voskuil heeft echter nog een tweede laag. Het is meer dan een lachspiegel voor 'bureaucraten'. Het Bureau is ook een tragedie over iemand die nogal contactgestoord is: Maarten. Voortdurend ligt hij overhoop met de rest van de mensheid. Ook met zijn vrouw, die al netzo misantropisch is als hij. Nicolien wordt door Voskuil afgeschilderd als iemand met zeer rigide opvattingen. Dat komt omdat zij in het boek min of meer fungeert als 'het geweten van Maarten'. In discussie met haar wordt hij gedwongen zich te verantwoorden, ook tegenover zichzelf en vooral tegenover de lezer. Nicolien confronteert haar man met het feit dat hij steeds minder 'onmaatschappelijk' wordt. Aanvankelijk was hun beider ideaal een leven in de marge van de samenleving, samen, met wat goede vrienden. Er leek weinig anders op te zitten voor mensen zoals zij, die zich zo weinig thuisvoelen tussen de andere mensen, afgezien van een enkele geestverwant. De bedoeling was dat ze slechts tijdelijke baantjes zouden aanvaarden om zich in leven te houden. Alleen al door op het Bureau te blijven werken pleegt Maarten verraad aan hun ideaal, en daarmee aan Nicolien. Maarten sluit in zijn leven steeds meer compromissen. Hij ziet geen alternatief, is voortdurend bang om weg te lopen voor de werkelijkheid. Maar bovendien gaat hij zich gaandeweg illusies maken. Na enkele jaren begint hij erin te geloven dat zijn werk niet volkomen zinloos is. De zin ervan is, zo houdt hij zichzelf voor, om de vele zelfingenomen verkopers van pseudo-wetenschappelijke prietpraat te ontmaskeren. In de loop der jaren omringt hij zich als afdelingshoofd met medewerkers die hij, ondanks vele aanvaringen, als bondgenoten gaat zien. Na zijn pensionering blijkt echter al snel dat hij zich illusies heeft gemaakt. Zijn medewerkers willen weinig meer van hem weten en gaan hun eigen gang. Zij dansen naar de pijpen van de nieuwe directeur van het Bureau, een prototype van het soort wetenschapper dat Maarten altijd bestreden heeft.

Heldin
Nicolien heeft zich nooit illusies gemaakt over de mensheid, en zeker niet over de collega's van Maarten. In het laatste deel van Het Bureau blijkt dat zij gelijk heeft, in ieder geval wat betreft die collega's. De waarheid wordt dan ten volle duidelijk: Maarten heeft de beste jaren van zijn leven verknoeid, tussen mensen die in feite al die tijd vreemden voor hem zijn gebleven. Met een beetje goede wil kan Nicolien daarom als de heldin van Het Bureau worden gezien. Ze heeft Maartens illusies doorgeprikt en wist altijd feilloos wie de echt belangrijke mensen in zijn leven waren. Dat zij door de meeste recensenten allerminst als een heldin wordt gezien heeft misschien te maken met vooroordelen tegenover vrouwen in het algemeen. De huisvrouw die zich wat tegendraads gedraagt tegenover haar werkende echtgenoot is voor sommigen vanzelfsprekend een last aan diens been. Dit verklaart echter nog niet waarom ook een feministische recensente als Elsbeth Etty nogal negatief over Nicolien heeft geschreven. Er is een betere verklaring voor het feit dat Nicolien het bij veel recensenten zo grondig verbruid heeft. Voskuil is tijdens het schrijven vooral bezig geweest met Maarten, zijn alter ego. De voormalige wetenschapper moest zijn frustraties kwijt, toen hij na zijn pensionering in conflict was geraakt met zijn vroegere collega's op het Meertens Instituut (het 'echte' Bureau). De belangrijkste rol in zijn roman was zodoende weggelegd voor Maarten en diens collega's. Nicolien (die in werkelijkheid Lousje Voskuil heet) kreeg slechts een dienende functie in het epos en werd daardoor nogal eendimensionaal neergezet. Zij treedt voornamelijk op om Maartens verraad aan de kaak te stellen. Haar driftbuien daarbij maken dat ze bij veel lezers een tamelijk labiele indruk achterlaat. Slechts af en toe blijkt dat Nicolien behalve karaktervol ook intelligent en belezen moet zijn. Bijvoorbeeld wanneer ze Maarten een keer verbetert wanneer deze een gedicht van Vasalis verkeerd citeert. Wat Nicoliens echter vooral impopulair maakt is haar gelijk. Mensen die gelijk hebben maken doorgaans nou eenmaal een veel minder sympathieke indruk dan wie van de rechte lijn afwijkt, schippert en zich vastklampt aan illusies. Dat alles maakt Maarten veel herkenbaarder dan Nicolien, en daarom menselijker...